Interview Timo Smit: Politiek … ik heb er helemaal niets mee

Foto:

INTERVIEW: TIMO SMIT, VOORZITTER LARENS BEHOUD
Door Wim Jordaan

Een lantarenpaal is niet links of rechts. Hij moet er wel of niet staan. En als hij er staat moet hij branden.

Op pagina 92 van het boek “Erfgooiers geportretteerd” kijkt Laarder Timo Smit met een peinzende blik, zelfs wat somber in de diepte, het niets.

Een prachtig portret van een bestuurder met een duidelijke visie. Welk verhaal kan daar nog mee wedijveren?

Het naderende afscheid van zijn voorzitterschap van Larens Behoud is echter meer dan kunst en esthetiek. Met de juiste woorden en de juiste toon, kan het portret alleen nog maar sterker van karakter worden.

Een poging, in een monoloog over verbondenheid, teleurstellingen, afkeer van politiek en passie.

‘Ik heb de leden in onze voorjaarsvergadering gezegd dat ik niet herkiesbaar ben als voorzitter. Het wordt tijd dat een nieuwe generatie de fakkel bij Larens Behoud gaat overnemen. Na zes jaar is het mooi geweest. Gek genoeg had het maar een haar gescheeld of ik was helemaal nooit voorzitter geworden.’

‘Het was Peter Calis die ooit op mijn deur klopte. Ik ben lang weggeweest uit Laren. Maar ik ben hier wel geboren en getogen. Wat hier al van mij lag, was een lang bestuurlijk verleden; als voorzitter van de landelijke vereniging van makelaars, ik was internationaal voorzitter van de makelaars en oprichter van Funda.’

‘Timo kwam na wat omzwervingen terug in Laren, in zijn geboortehuis. In eerste instantie heb ik Peter weggestuurd omdat ik een conflict had met de gemeente.’

Het schuurtje.

‘Toen ik hier ging wonen, hebben we niet alleen het huis grondig opgeknapt, maar ook de tuin. Daarom werd het schuurtje, dat hier al sinds mensenheugenis stond, opeens zichtbaar. Gewoon een schuurtje zoals tientallen schuurtjes in Laren. Hierover ontstond al in 2011 een conflict.

Ik heb Peter en ook Leo Janssen verteld dat ik op dat moment misschien niet de juiste persoon was om voorzitter te worden van Larens Behoud. Dat paste naar mijn idee niet.

Maar ik vond het verzoek wel degelijk leuk. Politiek in een dorp…ik had en heb er een hekel aan. Maar dat Larens Behoud, met alle windrichtingen in één groep, sprak mij wel aan. Allemaal dezelfde passie voor het dorp.

Want laten we eerlijk zijn; Een lantarenpaal is niet links of rechts. Hij moet er wel of niet staan en als hij er staat moet hij branden.

Maar ik wilde eerst van dat gesodemieter met de gemeente af. De toenmalige gemeenteraad bleek er in grote meerderheid ook geen problemen mee te hebben. Wij dachten dus toen ook dat we een afspraak hadden om dat hele verhaal te laten lopen, net als met zovele onschuldige schuurtjes hier in Laren.

Peter zei toen: “Volgens mij ben je eruit met de gemeente.” En die indruk had ik ook. Er stond dan wel niks op papier. Maar alles leek in ieder geval opgelost en kon ik “ja” zeggen.

Als ik toen had geweten waar het later naar toe zou gaan, had ik het nooit gedaan. Ik wilde niet de voorzitter van Larens Behoud zijn die een conflict heeft met de gemeente. Sterker nog, toen zich dat voor deed heb ik opnieuw mijn positie ter discussie gesteld. Maar de hele club is daar voor gaan liggen.

Aan de andere kant geeft het ook wel mijn onafhankelijkheid aan. Het was natuurlijk helemaal niet het schuurtje aan de Brink. Het was het schuurtje van Timo Smit geworden. En ik werd steeds sterker in mijn overtuiging dat ik daar niet voor moest zwichten. Ik had geen mensen benadeeld of onzedelijke handelingen gepleegd. Het ging om een schuurtje! Als zo heel vele andere!!

Maar nogmaals, als er binnen de club van Larens Behoud ook maar een greintje kritiek was geweest op mijn positie als voorzitter, dan was ik weggeweest.’

‘Toen ik aan de klus begon, merkte ik dat het bestuurlijk allemaal niet erg krachtig in elkaar zat. Maar wat ik ook zag, was de grote gezamenlijke liefde voor Laren. Het straalde en straalt er vanaf. Dat is de rode draad. En voor mij als relatieve nieuwkomer, ik ben dan wel een Larense zoon, kon ik er onbevangen instappen. Ik wilde een goed team maken, waarin er groot onderling vertrouwen zou zijn. En dat is in die beginjaren fantastisch gegaan.’

Toen ik erin stapte had LB vier zetels. De grote dreiging van een fusie was er toen nog niet echt. Maar we zagen het wel al aankomen. Wij zagen de urgentie wél. We groeiden uiteindelijk naar zes zetels. Die laatste zetelwinst kan zeker toegeschreven worden aan onze standvastigheid in het fusieverhaal. Dé grote drijfveer was het. Tegelijkertijd zagen we natuurlijk dat een andere partij, Liberaal Laren, dezelfde standvastigheid had wat betreft de fusie en ook behoorlijk groeide.’

‘Wat mij betreft is politiek op hoog niveau, voor het landsbelang, natuurlijk allemaal nodig. Hoewel het ook daar best een tandje minder zou kunnen. Maar op dorpsniveau gaat het erom; hou je van je dorp, zijn er goede ideeën? Nou, dan nemen we dat goede idee over. We bepalen in Laren met elkaar wat belangrijk is als erfgoed om dat door te zetten. Er is hier al veel te veel gesloopt! Het hele dorpscentrum is in de jaren vijftig zestig al behoorlijk naar de kloten geholpen met de sloop van prachtige boerderijen. Dus je definieert met elkaar wat je wilt behouden. Dat is de hoofdzaak en dan ook over de bestuursstructuur waarin je dat wil realiseren. Nou… in hemelsnaam niet als wijk van de gemeente Hilversum. Dan weet je dus wat je wel wil ! Zelfstandigheid. En dat is ons gelukt.’

‘Die basisgedachte, daar gaat het wat mij betreft om in dit dorp. Ik zeg wel eens tegen de mensen uit mijn club: “Zijn jullie weer Den Haagje aan het spelen!’ Daar kan ik kotsmisselijk van worden.’

‘Er is een cultuurtje. Haal dat er maar eens uit. Iedereen die het een klein beetje volgt, zou moeten weten dat er, op terreinen, bijvoorbeeld de Ruimtelijke Ordening, veel raakvlakken zijn tussen bij voorbeeld Liberaal Laren en Larens Behoud. Ik ga niet wijzen maar er is iets ontstaan, waardoor er afstand is ontstaan tussen groepen mensen, die nagenoeg hetzelfde voorstaan. Dat komt natuurlijk ook doordat wij bestuurlijke verantwoordelijkheid zijn gaan dragen en zij niet. Dan krijg je automatisch het oppositieverhaal en het tegen zijn. Het was het grote dilemma na de laatste verkiezingen; zij winnen en wij winnen. Samen heb je 10 zetels. Waarom niet samen? Maar er is dan inmiddels zo’n sentiment, zeker onder degenen die bestuurd hebben. Die zeggen: ‘Ja maar ze hebben alleen maar tegen de schenen geschopt.’ Mijn antwoord was destijds: ‘Mag ik jullie eraan herinneren dat we het over de hoofdzaak, de zelfstandigheid, volstrekt eens waren. Laat het een brug zijn naar elkaar. We hebben in de strijd om zelfstandigheid met Jacqueline Timmerman erg goed samengewerkt.’

Maar het was onvoldoende om die menselijke brokjes samen te brengen. En daar kwam ook nog bij dat we een stuk loyaliteit hadden naar onze coalitiepartner de VVD. Vergis je niet! Bij de vorige coalitiebesprekingen had de VVD fusie in het programma staan. Wij hebben toen gezegd: “luister, als wij samen gaan besturen, dan komt het woord fusie in Laren niet meer voor.”

Dat was toen een deal. Maar het is verdomd sportief en goed door de VVD opgenomen. Sterker nog, ze zijn er zelf ook echt in gaan geloven. En voor gaan vechten. Om dan, na zo’n periode, de stekker er uit te trekken?

‘Dat heeft me er nooit van weerhouden om altijd te blijven benadrukken dat we die brug moesten slaan naar andere partijen. Zeker de partijen, die zij aan zij stonden met ons in die fusiestrijd. Samenwerken! Ook met de oppositie en ik hoop echt dat dit nu wat meer gebeurt. Maar als ik een balans opmaak van dingen die mij niet gelukt zijn, dan is het wel dit : we spelen nog te veel ‘Den Haagje’ hier in Laren. Ik heb dat niet kunnen keren. Dit is wel een erg belangrijke motivatie voor mijn afscheid. Dat gevoel leeft al vrij lang en ik heb het de leden op de vergadering van 9 februari van dit jaar verteld. Letterlijk zelfs! “Laten we bruggenbouwers worden, laat de politiek maar de pest krijgen.”

Het zoeken is nu naar nieuwe mensen. Allemaal met dezelfde passie voor dit mooie dorp. Maar ik heb intern al gezegd dat ik dat niet ga afwachten. Bij de eerstkomende ledenvergadering van november is het over. Dan is het mooi geweest. Ik voel voor mezelf ook dat het grote ideaal om samen met anderen de problemen van het dorp aan te pakken te ver weg is. Dat vind ik erg jammer!

Het is nu aan de nieuwe lichting. We hebben gelukkig een groot kader aan goede vrouwen en mannen en ook nog van de goede leeftijd. Maar vaak wel in de levensfase waarin er voor hen nog geen tijd is. Ik ga daar echter niet op wachten. Ik ben nu zeventig en heb de laatste twee jaar een nare periode met mijn gezondheid (hopelijk) achter de rug. Nu we die strijd om zelfstandigheid gewonnen hebben, ben ik voor iets anders niet echt meer te motiveren.

Dat afscheid nemen geldt overigens niet alleen voor mij. We moeten nu eenmaal vooruit kijken en door. Ook Wim van der Zwaan zal een stap terug doen. Wim is een fantastische vent, die ongelooflijk veel voor de club en Laren heeft gedaan. Maar we hebben met hem afgesproken dat hij halverwege deze periode plaats maakt voor Karel Loef. Karel is een bruggenbouwer en hij moet in die dagelijkse politiek op zoek blijven gaan naar de verbinding. Met deze wisseling is de politiek leider van Larens Behoud een relatief jonge vent. In de hoop dat dit ook weer nieuwe generatiegenoten aantrekt.

Andere motivatie voor het doorzetten van mijn vertrek zijn de discussies over de herinrichting van de Brink en het hotel. We zijn daar zo slecht mee omgegaan! Als verenigingsvoorzitter heb ik al ruim voor de verkiezingen gezegd dat het hotel er niet zou komen op de locatie Torenlaan.
Punt uit. Ik ga niemand de schuld geven maar het was niet onze portefeuille. Ton Stam wilde het graag onderzoeken. Peter Calis was toen fractievoorzitter Larens Behoud en Ton heeft hem dat voorgesteld. Peter heeft hem toen gezegd “Als het alleen bij onderzoeken blijft. Want wij zijn tegen. Dus als jij het wil onderzoeken dan krijgen wij wel de argumenten om er nog meer tegen te zijn. Dus ga maar onderzoeken.” Dat had niet moeten gebeuren. Geen fout maar een verkeerde inschatting. Wat vervolgens gebeurde was dat het nieuws werd dat de coalitie een onderzoek wilde naar de eventuele mogelijkheid van een hotel op de Torenlaan. Ja, toen brak de pleuris uit. Het is ook echt de enige keer dat ik als verenigingsvoorzitter ben ‘opgetreden’.

“Dit misverstand mag dus niet in de wereld komen,” heb ik toen gezegd. Ook naar de Algemene Ledenvergadering: “LB is tegen een hotel aan de Torenlaan.”

‘Er waren ook voldoende argumenten. Alleen al het behoud van het witte pand en waar de verfwinkel inzit. De rest van het terrein is foeilelijk. Maar daar kan je beslist mooie dingen van maken, bijvoorbeeld klein en betaalbaar wonen voor senioren. En ook het verkeer was een argument.’

‘En dan de Brink. Een vervelende problematiek geworden in plaats van een mooie dorpseenheid. Er is een vastgesteld evenementenbeleid. Het kermisterrein is ons evenemententerrein en voor de Brink zijn twee uitzonderingen gemaakt: Art Laren en de Wintermarkt met ijsbaan. Die uitzonderingen zijn er omdat er contracten liggen voor bepaalde
termijnen. Niet toestaan in de toekomst is wat anders dan wat je jarenlang al toegestaan hebt weg te willen doen. Volgens mij is dat wat er speelt. Desondanks moet die Wintervillage in deze vorm daar mettertijd uiteindelijk weg. Het is een puur commercieel ding dat ook nog niet eens goed uitgebaat wordt. Een grote misser.’ De leukste en belangrijkste aspecten, schaatsplezier voor jong en oud, kunnen ook op een andere plek.

‘Er moet steeds maar één criterium zijn, als het de Brink en het dorpskarakter maar geen schade doet. Nu zie ik oude dames en die durven er niet overheen te lopen. Het is zacht zand en nog ongelijk ook. De Brink in mijn jeugd was hard zwart zand. Daar kon je spelen, knikkeren, voetballen..alles. Die bodem is gewoon slecht. Mul zand en het gras slaat niet aan en als het al even aanslaat, dan is het weer de beurt aan Art Laren. Mijn criterium is echt om die Brink in goede staat te brengen. En vooral niet met die kosten die nu genoemd worden. Dat is echt van god los. Wat dat betreft ben ik het avant la lettre eens met Noud Bijvoet om geen vele tonnen aan de Brink uit te geven. Zorg er gewoon voor dat die vloer zo is dat er op gespeeld en gepicknickt kan worden en dat wat er plaats vindt het dorp verrijkt. Voor inspiratie zie het Brinkplan van onze burgers. En onlangs het fantastische Le Bocque-feest. Evenementen? Ja dat kan dus wel, maar eerder evenementjes. Zeker niet met de bedoeling om de Zaanse Schans te worden.’

‘Het lijkt er nu op dat Larens Behoud heeft gezegd dat we die ijsbaan op de Brink willen houden. Nou, het tegendeel is waar. Maar afspraken komen we wel na. Met Art Laren hebben we dan misschien wat minder moeite. Maar we moeten ons wel afvragen of de ondergrond van de Brink dat houdt. Er komt nog bij dat dit nou wel typisch een evenement is waarvoor landelijk reclame wordt gemaakt. En dat willen we niet met z’n allen!’

‘Dat schaatsen zelf is natuurlijk hartstikke leuk! Dat zou wat mij betreft best weer bij tennisclub ’t Laer kunnen. In mijn jeugd hadden we nog jongens- en meisjesscholen. En als we elkaar wilden ontmoeten, gingen we naar ‘t Laer. Dat werd dan ondergespoten tot ijsbaan. Dat was prachtig!

En waarom zou dat nu, in andere vorm, niet kunnen? De tennisclub heeft dan de horeca-inkomsten! Als er contractueel geen problemen zijn, weg met die ijsbaan op de Brink.’

Het Brink-plan is eigenlijk gewoon een soort cafetaria, het verband van veel betrokken opinies vanuit het hele dorp. Niks revolutionairs. Een jeu de boules baan, betere grondbodem, een fiets/wandelpad, rododendrons weg en iets dat steeds actueler wordt: het zo draaien van het monument, dat als je daar bij de dodenherdenking komt, dat je niet gelijk met je kont in de Coeswaerde valt. En meer van die gewone praktisch goede dingen; ga goed om met je monumenten, zorg dat er water komt uit de Mauve-pomp. Maar wat doet de gemeente! Een duur extern adviesbureau inschakelen. Ik heb er sowieso al een hekel aan om ‘buitenstaanders’ in te huren voor onze typisch dorpse dingen. Alsof wij hier niet genoeg intellect hebben. Ik ben ook niet naar die informatiebijeenkomst geweest. Want ik hou dat echt niet vol. Dan word ik gek. Want hoe bedenken ze het! Een bureau dik betalen om geen idee in te brengen. Terwijl het Brinkplan er gewoon ligt. En als alles zou gebeuren uit dat Brinkplan kost dat zo’n twee ton. Alles dan! Maar met een kwart aan oplossingen ben je al heel ver. Maar welk imago is er nu ontstaan? Coalitie Larens Behoud en VVD willen wel zevenenhalve ton uitgeven aan de Brink.

Dit is voor mij echt de doorslaggevende reden dat ik vast houd om niet meer door te gaan . Mijn hemel! Waarom zijn mijn fractie en wethouders hier niet keihard voor gaan liggen. Want nu leeft het idee in het dorp dat Larens Behoud de Brink duur maakt. Dus stop met het argument van “het gaat maar om onderzoeken “ en zeg gewoon nee!

‘We hebben dan wel een coalitie akkoord. Maar daar staat echt niet in dat die Brink zo duur moet zijn en dat de BEL drie directeuren moet hebben. Kom met verstandige plannen en als dat niet zo is, laat het dan niet doorgaan.’

‘Deze oplossingen, waar de burgers mee geconfronteerd worden, zijn beslist geen Larens Behoud standpunten. Fatsoenlijk besturen vraagt om zeggen wat je vindt! Duidelijk zijn en iedereen laten weten wat het standpunt is.’

Ik heb misschien een grote waffel zoals ik hier zit, maar ik vind zelf dat ik te weinig een grote waffel kan hebben. Ik wil veel meer participeren in oplossingen. Maar dan loop ik mijn wethouders en raadsleden voor de voeten. Het hoort ook formeel niet bij mijn rol als verenigingsvoorzitter. Maar ik heb te vaak passiviteit moeten tonen, daar waar ik actief had willen zijn en meepraten. Als lid van de vereniging, met toch enige achtergrond, krijg ik straks in een vrije rol hopelijk praktisch meer voor elkaar dan nu in de rol van voorzitter.’

‘De gedachte om in een dorp geen Den Haagje te willen en hoeven spelen, is de basis. Voor Larens Behoud. Maar veel liever nog voor Laren. Samen werken aan ons dorp. Het klinkt misschien wat romantisch. Maar dat is wel de hele motivatie. Peter Calis, Leo Janssen en vele anderen doen het niet voor Larens Behoud! Zij doen dit vanuit hun diepste vezels voor het dorp Laren. En dat gevoel zit diep geworteld in Larens Behoud. Het gevoel van houden van je dorp. En politiek…ik heb er helemaal niets mee.’